‘De kinderen zeiden: wij zijn oké, we willen dat jij weer gelukkig wordt’

Het verhaal van Fatma

– Fatma (37) is moeder van een zoon (10) en een dochter (13) en heeft twee jaar geleden de scheiding aangevraagd.

Tekst Esther van Lunteren

‘Mijn ex wilde niet scheiden waardoor het niet lukte om tot fatsoenlijke afspraken te komen. Hij werkte aan niets mee. Na de scheidingsaanvraag kon hij de kinderen niet los van mij zien en wilde hij niet voor de kinderen zorgen. Niet praktisch, niet financieel. Ondertussen stalkte en bedreigde hij mij. Dat – samen met een pittige periode op het werk – maakte dat ik volledig thuis kwam te zitten met een burn-out.

Geschenk
Achteraf is dat een geschenk geweest. Ik had helemaal de tijd om mij op mezelf en de kinderen te focussen. Mijn kinderen hielden zich ontzettend groot en zeiden niets over hun gevoelens. Ze zeiden: “Wij zijn oké, we willen dat jij weer gelukkig wordt.”
Ondertussen “bungelden” ze letterlijk tussen de oude en nieuwe situatie, want door de conflictscheiding kon ik in financiële zin geen duidelijkheid scheppen over de toekomst. Wat wel lukte, was hulp vragen. Zelf heb ik een jaar scheidingstherapie gehad. Het hielp mij om te ontdekken dat het niet oké was wat ik heb meegemaakt. Ook leerde ik om het goed te maken met mezelf. Ik kon mezelf vergeven rond de vraag waarom ik zo lang in een slecht huwelijk heb gezeten. Dat had effect op de kinderen. Ze werden opener over wat ze voelden en over hun vragen, bijvoorbeeld waarom hun vader niet in hun leven wilde zijn.

Vraag hulp en werk aan jezelf
In die periode speelde mijn zus met de kinderen, ging met ze wandelen of eten, waardoor ze bij haar toch iets van hun emoties kwijt konden toen ik mijn handen vol had aan mezelf en de scheiding. Het is mijn gouden tip: vraag hulp! En werk aan jezelf. Scheiden is een zwaar en emotioneel proces waarin je alle emoties toe moet laten om te kunnen helen. Pas als je dat doet, kun je werken aan je nieuwe toekomst en geluk. En als jij weer gelukkig kunt zijn, worden je kinderen dat ook.’

Foto © João Silas